zondag 16 oktober 2011

Regen in augustus

mais'kuil' 2011

Begin maart hoorden we de boeren al klagen. Het was veel te droog. Zelf had ik er niet zoveel problemen mee. Lekker genieten van het mooie weer en die regen zou vast wel een keertje komen. Boeren hebben al snel de neiging om over het weer te klagen is de ervaring na een aantal jaren leven op het Franse platteland.

Maar eind juni begonnen wij het toch ook aardig warm te krijgen. Sinds maart was er nauwelijks regen gevallen en moesten we zelfs enkele hectares maïs opnieuw inzaaien. Vanwege de droogte was er van de 27 hectare ingezaaide maïs, er vijf hectare niet opgekomen. En met de doorgaans droge maanden juli en augustus voor de boeg, werd de kans op een drupje regen steeds kleiner.

Eind juli zagen wij een natuurramp op ons af komen. Alles om ons heen was dor en droog, geel en bruin. Onze waterbron was gestopt met stromen en waren nu voortaan van duur stadswater afhankelijk. Maïsplanten die een meter hoog hadden moeten zijn, lieten slechts kleine gele puntjes zien. Zelfs de bladeren van bomen begonnen geel te verkleuren. Op de televisie kwamen elke dag wanhopige boeren in beeld, geïnterviewd op hun verdorde akkers.

We begonnen stilletjes te denken aan de catastrofale gevolgen van de aanhoudende droogte en de mogelijk te ondernemen acties. Geen maïs en geen hooi betekent geen voer voor de koeien in de winter. En geen voer betekent geen melk en dus geen inkomen. Gelukkig hadden we een klimaatverzekering afgesloten die een gedeelte van de geleden schade zou dekken. Maar ook in de rest van Frankrijk was het droog dus aankoop van voer zou een kostbare zaak gaan worden. En misschien wel door de verwachte schaarste wel helemaal niet mogelijk. Formulieren voor de aanvraag voor noodhulp werden ons toegestuurd en ingevuld.

Maar toen kwam mijn zusje, begin augustus, voor een weekendje over met een vriendin. Zij is altijd het zonnetje in huis maar weet ook altijd regen naar zich toe te trekken. Voor hun vertrek voerden ze dus een regendansje op en nog nooit waren wij zo blij met zoveel regen in augustus.

En op het journaal? Daar kwamen nu elke dag ontevreden strandtenthouders en campinggasten in beeld. Geïnterviewd voor hun ondergelopen tenten. Niet alleen boeren hebben altijd wat te klagen. 

September 2010: Ontwaken in september

Bijna niets is mooier dan het ontwaken van een septembermorgen.
Net als alle andere ochtenden gaat de wekker net iets te vroeg en geniet ik nog van één ‘snooze’moment. Omdat ik ook de jongste niet meer ben, fiets ik wat in de lucht, rek ik mijn rug en achillespezen voordat ik het bed uit stap. Ik sluip nog even de kamer van Rocco binnen. Geniet een moment van de zorgeloosheid en absolute rust die hij uitstraalt. Dek hem af met de afgetrapte lakens en dekens en stommel voorzichtig de trap af naar de keuken. Dat stommelen gaat natuurlijk langzaam over in een stille tred want zo’n ochtendplas laat niet met zich sollen. Voor de plas nog even snel het koffiezetapparaat aanzetten zodat ik na het toiletbezoek de leegte in mijn blaas gelijk weer kan afvullen met een koffieverkeerd.
Tijdens de koffie laat ik me via internet snel informeren over het laatste nieuws in de wereld, zorg ik op subtiele manieren dat ook Guus zijn bed uitkomt en maak ik me klaar voor het wekken van de koeien. De honden, Bobbie en Jacko, hoeven niets te rekken of te drinken en staan direct klaar om mee te doen. Lang leve de nieuwe dag.
Daar ochtenden in september koud en donker zijn, hul ik me in een extra trui en overall en pak ik de zaklamp. Aangekomen bij de nachtweide schijn ik met de lamp door de weide en zie ik dat alle koeien willekeurig verspreid over de wei liggen te herkauwen. Een teken van een gezond koppel koeien doch wat extra loopwerk voor mij. Maar wat geeft het? Het is een mooie september ochtend. Het is koud, dus de hemel is helder en het land schittert onder de volle maan en de sterren. In de verte blaffen honden, roepen uilen en brullen koeien. Dat zijn vast Limousin koeien. Holsteiners doen zoiets niet.
Ik begeef me samen met de honden de weide in. De honden weten direct wat hun te doen staat. Ver van de koeien vandaan snuffelen in muizenholletjes en andere dingetjes waarmee ik dit verhaaltje niet wil bederven. En ik? Ik maak een eerste ronde door de wei en geef alle koeien om de beurt voorzichtig een prikje. Guus vindt dat ik ze direct moet opjagen maar ik geef ze liever eerst een prikje. Net als een mens heeft een koe ook last van een ochtendplas en daar laat je je niet bij opjutten. Ik doe dus liever twee keer een ronde door de weide dan dat ik vierenzestig keer moet wachten totdat een koe eindelijk wil worden opgejaagd.
De tweede ronde door de weide is veruit de mooiste. Achter de bomen kiemt het voorzichtig oranje en een nieuwe dag gaat beginnen. Ik mag de koeien nu opjagen en klos gemoedelijk met ze mee richting de melkstal. Er zet een tedere nevel in die zich als een zachte deken over de nieuwe dag wikkelt. In de verte hoor ik nu fazanten weg fladderen. De honden rennen er zoals gewoon is kansloos achterheen. Voorzichtig geniet ik nog even van de stilte en voel dan mijn voeten langzaam onder me weg glijden. Voordat ik het weet lig ik op de grond. Merde!!!.... Letterlijk en figuurlijk…

zaterdag 8 oktober 2011

Terugblik

Heel af en toe reizen wij af naar Holland. Meestal vanwege vrienden en familieaangelegenheden. Onlangs zaten wij dus weer met de hele familie een hele dag in de auto om de tachtigste verjaardag van de moeder van Guus te vieren.


Vanwege het voorjaar bloeiden de bermstruiken onwaarschijnlijk mooi. Over de prille, groene graanvelden wuifde de wind en de namen van de Franse parkeerplaatsen gaven de reis een romantisch tintje. Aire de Coulerouze, Aire de Blé d’Or en natuurlijk Aire de Champs d’Amour. Ongemerkt dwaalden mijn gedachten af naar zeven jaar geleden toen wij tijdens dit jaargetijde bijna wekelijks op en neer vlogen met de auto om de overname van de boerderij rond te krijgen. Ik collega’s, vrienden en familie op de hoogte stelde van onze plannen en de reacties die hierop volgden.


Vaak werd positief gereageerd maar ook vaak met verwondering? Voor boerenzoon Guus was de stap logisch. Maar Ellen, boerin worden? Meid, je weet toch wel waar je aan begint? Je hebt het toch goed met dat yuppen bestaan? Een goed inkomen en een luxe, comfortabel leven? Het boerenleven dat is toch saai? Alleen maar baantjes trekken met de trekker en elke dag koeien melken. En of ik daarnaast ook iets anders ging doen? Een gite, campingboerderij, kaasmaken?


Het leven wat ik had was inderdaad goed en leverde waardering op bij anderen. Ik was ook best tevreden maar ook niet meer dan dat. Met interesse volgde ik altijd een column over ‘de wending’ in de Volkskrant en toen ik voor de keuze stond, was deze dan ook snel gemaakt. Ik werd bouwkundig ingenieur af en werd voor velen een simpele boerin die met Guus mee ging naar Frankrijk.


Al gauw kon ik vertellen dat koeien melken niet voor iedere simpele boer is weggelegd. Koeien melken kan inderdaad bijna iedereen maar om de koeien aan de melk houden is vakmanschap vereist. Daarnaast moet een boer van alle markten thuis zijn. Verzorging van koeien, telen van gewassen, machine techniek, bedrijfseconomie, agrarisch recht, enz. Ook is het boerenleven verre van saai. Elk seizoen is anders en daarnaast verrassen de koeien ons regelmatig. Ook als het even niet uitkomt (moeilijke afkalving midden in de nacht) en ik verlang daarom meer dan ooit naar een leven met wat meer regelmaat.


Ook kan ik vertellen dat startende boeren in Frankrijk een enorm doorzettingsvermogen moeten hebben. Naast onze belevenissen spreek ik ook over de ervaring van andere boeren die het nog veel moeilijker hebben gehad dan wij en hier nu al 20 jaar zitten en over anderen die het hebben moeten opgeven. Waarvoor ook weer veel moed nodig is.
Afgelopen jaren heb ik veel geleerd. Dat het lichaam vaak veel sterker is dat de geest denkt (bijvoorbeeld dat het mogelijk is om met een dikke griep onder de leden toch nog koeien te verzorgen) maar ook dat de geest soms sterker is dan het lichaam en het lichaam dan wel een duidelijk signaal geeft om te stoppen. Verder geven de saaie baantjes op de trekker me voldoende tijd om te filosoferen. Dat de dalen die ik nu meemaak dieper zijn dan voorheen maar de toppen ook zoveel hoger en daardoor integraal gezien het leven meer inhoud heeft. Ik weet dat ik nu misschien geen bouwkundig ingenieur meer ben. Maar ook dat ik geen boerin ben. Door de vrijheid van het boerenleven kan ik voornamelijk mezelf zijn.


Maar goed. Wanneer men mij vraagt, zoals de nichtjes van Guus onlangs deden, wat voor werk ik doe, antwoord ik meestal gewoon dat ik melkveehouder ben. Trots vertelde ik de dochters van de broer van Guus, die het melkveebedrijf van de vader van Guus heeft overgenomen, dat ik koeien melk, het voer voor de koeien maak en trekker rijd.


De meiden keken mij een beetje glazig aan. Ik zag ze denken: Ja mamma helpt pappa ook wel eens (met zijn hobby), maar mamma heeft daarnaast ook nog werk waarmee ze geld verdiend. Dus vroegen ze aan mij waarmee ik dan mijn geld verdiende?…


Tja, eigenlijk best wel een goede vraag. Nu ik er over nadenk is dat inderdaad niet met het melken van de koeien maar eerder met het aankopen en vervolgens weer doorverkopen van land en gebouwen.
Maar dat, dat is weer een heel ander verhaal!